Onrustige dagen en nachten horen bij het verse-ouder-zijn, dat weet iedereen. Maar hoe vlotter die rusteloze periode, hoe beter, toch?

We bezorgen je graag een aantal tips om je kleintje zelfstandig te leren slapen. En da’s niet alleen handig voor bij het slapengaan zelf, maar ook voor wanneer je baby ’s nachts of overdag wakker wordt en alleen terug moet inslapen. De kans dat je baby zichzelf wakker schrikt is onvermijdelijk, en dat laatste heeft alles te maken met de actieve en de stille slaapfasen.

Actieve en stille slaapfasen

Je kindje slaapt, in grote lijnen, in cycli van één uur die bestaan uit twee fasen. Pakweg de eerste tien tot dertig minuten zijn de actieve fase. Je kleintje slaapt licht, beweegt nog, is nog redelijk actief en – belangrijk – is nog heel ontvankelijk voor prikkels. Met rust laten is hier de boodschap, want in deze fase wordt je baby nog héél makkelijk wakker.

 

De tweede fase is de stille fase. In die fase ligt je baby dus, ja, stil. Rustig, kalm, ontspannen. Heerlijk diep in slaap. Maar da’s dus niet voor heel de nacht, want na een half uurtje begint de cyclus opnieuw en wordt je baby dus weer wat actiever en dus, opnieuw, gevoeliger voor prikkels. Daardoor wordt je kleintje ’s nachts dus op regelmatige tijdstippen wakker. En op dat moment is het belangrijk dat hij of zij zelfstandig terug in slaap kan vallen. Zonder dat jij daarbij nodig bent.

Maar zo’n klein ukje zelfstandig leren inslapen, hoe doe je dat?

Timing is alles

Bij zelfstandig leren slapen is het extra belangrijk om goed te letten op ‘de wakkertijden’. Dat zijn de momenten waarop je baby wakker is, en die, naarmate je baby ouder wordt, steeds langer zullen duren. Door de wakkertijden van je baby goed te leren kennen, kan je beter inschatten wanneer het tijd is om met het slaapritueel te beginnen. Het einde van een wakkertijd zal ook meestal worden aangegeven door vermoeidheidssignalen zoals gapen, wegkijken, in de oogjes wrijven. Schattig én handig, want jij weet dan helemaal zeker: tijd om te gaan slapen en tijd voor het slaapritueel.

Slaapassociaties

Door je kleintje allerlei rituelen, omgevingen en gewaarwordingen te laten associëren met slapen, help je je baby nog meer op weg naar zelfstandig slapen. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je baby het slapen gaat associëren met geborgenheid door gebruik te maken van een slaapzakje of inbakerslaapzakje. Zorg er ook voor dat je ’t slapen-gaan vol kleine ritueeltjes stopt (badje – flesje – boekje – bedje, bijvoorbeeld) zodat je kleintje nog feller voelt dat het tijd is om dodo te doen. Leg je baby ’s avonds ook steeds te slapen in een verduisterde kamer. Gaan slapen terwijl het licht door de ramen komt is voor niemand prettig, en zeker niet voor een klein hummeltje dat het concept ‘tijd’ nog niet kent. Maak, bijvoorbeeld, ook gebruik van technologische oplossingen zoals ‘white noise’ die rust in de kamer brengen, of een zacht muziekje van een knuffel.

Zorg er vooral niét voor dat je baby’tje het slaapritueel met jou in verband brengt, en jou dus absoluut nodig heeft om in slaap te vallen. Als je daar goed op let, zal je baby ook ’s nachts makkelijker en sneller alleen in slaap vallen.

 

Sowieso is de weg naar een goede, diepe slaap er eentje met vallen en opstaan, maar met deze tips kom je al een heel eind!