Wanneer ontstaat een slaapprobleem?

Rond de 6 maanden verandert het slaappatroon van je baby naar een duidelijker dag- en nachtritme. Meestal worden het 3 slaapmomenten op de dag en slaapt je baby veelal het klokje rond ‘s nachts.

Vanaf het moment dat je baby leert over ‘oorzaak en gevolg’, zo rond 7-8-9 maanden, verandert er een heleboel in zijn wereldje. Scheidingsangst begint hem parten te spelen en hij wil het liefst bij je in de buurt blijven. Hij gooit al zijn middelen en charmes in de strijd om niet alleen gelaten te worden. Dat heeft gevolgen voor het bedritueel. Hij weet dat als hij naar bed wordt gebracht jij hem alleen gaat laten. Dus daar begint het protest meestal al. Tegenstribbelen bij het in bed leggen, huilen als je de kamer verlaat, blijven roepen tot je weer komt kijken en vervolgens de hele riedel weer herhalen. Hij heeft de geruststelling nodig dat jij wel blijft bestaan ook al ziet hij je niet. En dat je er voor hem bent als hij je nodig heeft. Een lastige situatie. Het is een fase waar je samen doorheen moet. Ieder kindje, ieder ouder.

Je kindje heeft de geruststelling nodig dat jij wel blijft bestaan ook al ziet hij je niet.
Als hij ‘s nachts wakker wordt wil hij ook graag meteen de bevestiging dat je nog bestaat. Dus roepen, huilen totdat je aan zijn bedje verschijnt. En ook dan wil hij het liefst niet weer alleen gelaten worden. Dit proces wordt versterkt als je kindje niet lekker in zijn vel zit doordat hij ziek is, tandjes krijgt, een vaccinatie heeft gehad of bijvoorbeeld niet warm genoeg slaapt. Een warme slaapzak met een hoog knuffelgehalte biedt je kindje geborgenheid en zorgt ervoor dat de kou je kindje in ieder geval niet van zijn slaap afhoudt.

Verlatingsangst is pure stress voor je kindje. Dus als hij bijvoorbeeld overdag de ervaring heeft gehad dat jij er niet ‘meteen’ voor hem was, of uit beeld was, kan dat enorme impact hebben op zijn veiligheidsgevoel. Rond 11 maanden, 1 jaar begint de ‘ík’ ontwikkeling van je kindje goed op stoom te komen. Dat betekent voor hem: oefenen hoe dat werkt! Zijn eigen willetje ontwikkelen doet hij door de grenzen te verkennen over wat hij zelf kan beïnvloeden. Nou, wel of niet gaan slapen is daar een mooi voorbeeld van.

Houd zoveel mogelijk vast aan je vaste rituelen. Keer op keer op keer. Dit is echt even iets van de lange adem.

Slaapproblemen ontstaan daar waar de routine van het slaapritme en het bedritueel doorbroken raken, door bovenstaande oorzaken bijvoorbeeld. Het is heel begrijpelijk dat je zelf in eerste instantie alles uit de kast haalt om je kleintje tot rust te manen en in slaap te krijgen. Maar het ‘probleem’ wordt er meestal alleen maar groter van.

Blijf rustig, accepteer dat dit een fase is. Boos worden en negeren heeft geen zin en maakt je baby alleen maar meer overstuur en zorgt ervoor dat hij nog meer bevestiging nodig heeft. Houd zoveel mogelijk vast aan je vaste rituelen. Keer op keer op keer. Dit is echt even iets van de lange adem.

Je baby kan wel wat hulp bij deze fase gebruiken. Soms helpt het als je wat langer in de omgeving van je kleintje blijft ‘rommelen’, zodat je kindje je nog kan horen en jij met je stem op afstand geruststellend kan troosten. Zorg ervoor dat je kindje niet helemaal overstuur raakt, blijf troosten maar houd het kort en rustig en blijf op zijn eigen kamertje. Houd in je achterhoofd dat jouw consequent gedrag nu juist heel veel veiligheid, geborgenheid en vertrouwen geeft voor je kleintje